• Website over de 23 grondrechten in de Grondwet
 

Betogingsrecht in discussie bij intocht Sinterklaas Dokkum

Anti-Pietbetogers hadden toestemming om bij de intocht van Sinterklaas in Dokkum te demonstreren. Deze werd echter ingetrokken uit vrees voor acties tegendemonstranten.


Bij de intocht van Sinterklaas in de Friese stad Dokkum op 11 november was er voor de actiegroep Kick Out Zwarte Piet in het centrum een vak gereserveerd waar ze zouden kunnen demonstreren. Burgemeester Marga Waanders had daarover afspraken gemaakt met de groep.

Kick Out Zwarte Piet zou Dokkum echter nooit bereiken. De drie bussen van de anti-Pietbetogers werden zaterdagochtend al tegengehouden op de A7 bij Oudehaske. Nadat de politie gearriveerd was, konden de bussen hun reis richting Dokkum vervolgen. Vervolgens kwamen er berichten binnen dat ook in Dokkum blokkades zouden worden opgeworpen en dat de anti-Pietbetogers met vuurwerk zouden worden bekogeld, Hierop vaardigde de burgemeester een noodbevel uit dat ze de demonstratie van Kick Out Zwarte Piet alsnog verbood.
In een brief van 13 november reageerde burgemeester Waanders onder andere als volgt: ‘Ik vind het erg jammer dat dit allemaal gebeurd is. Mensen hebben gebruikgemaakt van hun recht om te komen demonstreren en er zijn op voorhand goede afspraken gemaakt. Aan voorstanders van Zwarte Piet was binnen dezelfde afspraken volop ruimte om hun standpunten kenbaar te maken, daar hebben ze geen gebruik van gemaakt.’

In de pers ontstond een discussie over het demonstratieverbod dat uiteindelijk afgegeven werd. Een daarvan was hoogleraar Rechtswetenschap Jan Brouwer die in NRC Handelsblad van 19 november een artikel schreef onder de kop ‘Na Bonifatius is bij Dokkum nu het betogingsrecht vermoord’. Brouwer zag zelf geen redenwaarom dat de demonstratie tegen Zwarte Piet na het ‘A7-incident’ niet gewoon kon doorgaan. Hij verweet de tegendemonstranten ‘het opzettelijk storen van een geoorloofde betoging door het verwekken van wanorde hetgeen in het Wetboek van Strafrecht strafbaar gesteld wordt'.

De problemen rond de anti-Pietbetoging in Dokkum hadden te maken met een 'hostile audience' bij de demonstratie zoals we dat beschreven bij art. 9 Gw. Het grondwetsartikel zegt verder dat het optreden van de overheid een inspanningsverplichting is en geen resultaatsverplichting, met andere woorden de overheid hoeft het recht op demonstratie en tegendemonstratie niet te garanderen.
De problematiek rond dit grondwetsartikel is de laatste tijd duidelijk aan het verschuiven:

  • Aanvankelijk lag de nadruk op de klassieke betekenis: 'Overheid, bemoei je er niet mee als iemand wil demonstreren!'
  • Daar bleef het echter niet bij: 'Overheid, ga de demonstrant beschermen!'
  • Vervolgens kwamen de rechten van de tegendemonstrant om de hoek kijken: 'Overheid, geef ook de tegendemonstrant de mogelijkheid te demonstreren!'
  • Onmiddellijk gevolgd door: 'Overheid, bescherm ook de tegendemonstrant!'

Zie daar als overheid maar uit te komen...  Voor elke situatie zal de aanpak opnieuw moeten worden afgewogen, steeds met een levensgrote kans dat de rechter je als overheid achteraf op de vingers tikt.

Uitgelicht

Hoe goed kent u de Grondwet?

In het Nederlands Juristenblad van 2 juni 2023 publiceerde Jelle But het artikel ‘Grondwet begrepen door gewone mensen’. Hij doet onderzoek naar de internalisering van het constitutioneel recht.
In het onderzoek geeft 91 procent van de respondenten aan dat ze de Grondwet belangrijk vinden. Zo’n 74 procent zegt de Grondwet ‘op hoofdlijnen’ te kennen, 7 procent denkt de Grondwet ‘goed’ te kennen en 19 procent antwoordt de Grondwet ‘helemaal niet’ te kennen.
Volgens Jelle But zijn de Nederlanders tamelijk zelfverzekerd over hun kennis van de Grondwet. De vraag of de respondenten wisten over wat voor soort normen en waarden het de Grondwet gaat – zonder de exacte inhoud te kennen - antwoordt 89 procent deze te kennen. Maar liefst 42 procent echter geeft aan nooit een artikel uit de Grondwet te hebben gelezen …
(06.08.2023)

Bekijk oude afleveringen Uitgelicht

Nieuw verschenen

gogel

Jan Postma
Alexander Gogel (1765-1821)
Grondlegger van de Nederlandse staat

Alexander Gogel was een overtuigd patriot en maakte snel carrière in de Bataafse Republiek en de Franse tijd. Hij staat bekend als de man die het nieuwe financiële systeem van de Bataafse eenheidsstaat organiseerde. Ook was Gogel betrokken bij het opstellen van de Staatsregeling van 1798. Jan Postma schreef enige tijd geleden al weer een lijvige biografie van Alexander Gogel waarin hij hem vanwege zijn verdiensten als ‘Grondlegger van de Nederlandse staat’ bestempelt.
Postma beschrijft Alexander Gogel onder andere als strijdbaar voorstander van de afschaffing van de gilden. Gelijkheid betekende voor Gogel ook een vrije toegang tot alle beroepen. Opmerkelijk was zijn betrokkenheid bij de Nationale Konst-Gallery, de voorloper van het huidige Rijksmuseum. De basis van de collectie vormde de verbeurde verklaarde collectie van voormalig stadhouder Willem V.
(26.10.2023)

Bekijk overzicht nieuwe boeken

 

 


Knipoog

Zekerheid en bescherming

In 1798 kreeg Nederland zijn Staatsregeling voor het Bataafsche Volk waarin vrijheid, gelijkheid en broederschap - de beginselen van de Franse Revolutie - voorop stonden. Van de 23 grondrechten in de Grondwet kwamen maar liefst al 21 in de een of andere vorm in deze eerste staatsregeling voor.
In onze ingewikkelde maatschappij komen de spelregels van de Bataafse Republiek verrassend eenvoudig over. Neem artikel L over de manier waarop de staat met vreemdelingen moet omgaan:
‘De Maatschappij ontvangt alle Vreemdelingen, die de weldaaden der vrijheid vreedzaam wenschen te genieten, in haar midden, verleenende denzelven alle zekerheid en bescherming.’
(25.10.23)

Bekijk oude afleveringen Knipoog