• Website over de 23 grondrechten in de Grondwet
 

Adviesraden publiceren zienswijze constitutionele toetsing

Op verzoek van minister Weerwind voor Rechtsbescherming hebben de Hoge Raad, de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak zich over de constitutionele toetsing gebogen.

In Nederland bepaalt art. 120 Gw dat een rechter niet mag beoordelen of wetten in strijd zijn met de Grondwet, de zogeheten constitutionele toetsing. Landen als Duitsland en Frankrijk kennen de mogelijkheid van zo’n toetsing wel . Ze hebben een constitutioneel hof dat zich met deze materie bezighoudt, resp. het Bundesverfassungsgericht en het Conseil constitutionnel.
In Nederland is het niet aan de rechterlijke macht, maar aan de wetgever om na te gaan of een wet mogelijk in strijd met de Grondwet is. De laatste tijd gaan steeds meer stemmen op ook in Nederland een constitutioneel hof op te richten. Minister Weerwind vroeg in maart de Raad van State, de Hoge Raad en de Raad voor de Rechtspraak hun zienswijze te geven over de mogelijkheden van een constitutionele toetsing.

Advies Raad van State
Gezien de korte tijd die beschikbaar was, heeft voorzitter Van Ettekoven van de Raad van State in een brief zijn persoonlijke visie gegeven als ‘bijdrage aan de discussie’. Hij wijst erop dat het hier niet alleen om art. 120 Gw gaat, maar ook om art. 94 Gw waarin staat dat de internationale rechtsorde vóór nationale wetten gaat.
Van Ettekoven ziet een meerwaarde in constitutionele toetsing door gewone rechters in plaats van door een constitutioneel hof. Hij kiest voor het eerste omdat dit eigenlijk al gedeeltelijk gebeurt bij het toetsen van wetten aan hogere wet- en regelgeving. Verder gaat hij ervan uit dat, als er getoetst wordt, dit voornamelijk over de klassieke grondrechten zal gaan. Van Ettekoven vindt dat bij het schrappen van art. 120 Gw duidelijk zal moeten worden gemaakt welke onderdelen van de Grondwet specifiek geschikt zijn om te worden getoetst.

Advies Hoge Raad
De Hoge Raad is bang dat het oprichten van een apart constitutioneel hof tot vertraging zal leiden. Nu worden er ook al vrij veel wetten door de gewone rechters aan de beginselen van de rechtsstaat getoetst, dus kan volgens de Raad van State een uitbreiding van het toetsingsrecht naar grondwettelijke artikelen een goede optie zijn. De Hoge Raad vindt het dan ook jammer dat een voorstel van Femke Halsema uit 2004 destijds is ingetrokken om de mogelijkheid van een beperkte bevoegdheid tot constitutionele toetsing door de rechter te introduceren. De Hoge Raad heeft al drie keer eerder (1991, 1997, 2002) over dit onderwerp geadviseerd en het advies is sindsdien onveranderd gebleven, aldus de raad in zijn advies.
De Hoge Raad geeft de wetgever als suggestie mee om bij de voorbereiding van nieuwe wetten goed te luisteren naar de adviezen van de Raad van State en tijdens het wetgevingsproces meteen aan te geven op welke manier er met de grondrechten rekening gehouden is. Ook zal de wetgever expliciet moeten aangeven welke grondwetsartikelen voor de toetsing in aanmerking komen.

Advies Raad voor de Rechtspraak
De Raad voor de Rechtspraak vind het in het belang van de rechtsstaat en de rechtsbescherming van de burger dat iedere individuele rechter concreet wetgeving kan toetsen aan specifieke bepalingen in de Grondwet in aanvulling op het werk van de wetgever bij de totstandkoming van nieuwe wetgeving.
Een opmerkelijk argument van de Raad voor de Rechtspraak voor rechterlijke constitutionele toetsing is dat het de maatschappelijke zichtbaarheid en de symbolische waarde van de Grondwet vergroot. Ook biedt het kansen om de Grondwet te laten meebewegen met maatschappelijke ontwikkelingen en rechtsopvattingen. De raad wijst erop dat de meeste landen - anders dan ons land met zijn 120 Gw - het de rechter toestaan wetgeving te toetsen aan hun Grondwet.

Conclusies
De Hoge Raad, de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak zin het opmerkelijk eens in hun conclusies. Er is geen behoeften aan een apart constitutioneel hof. De gewone rechter kan de wetten aan de Grondwet toetsen. In elk geval zal er aan de klassieke grondrechten.moeten worden getoetst.

 

Op www.parlement.com wordt een uitgebreid dossier over de ontwikkelingen rond constitutionele toetsing bijgehouden.

Uitgelicht

Hoe goed kent u de Grondwet?

In het Nederlands Juristenblad van 2 juni 2023 publiceerde Jelle But het artikel ‘Grondwet begrepen door gewone mensen’. Hij doet onderzoek naar de internalisering van het constitutioneel recht.
In het onderzoek geeft 91 procent van de respondenten aan dat ze de Grondwet belangrijk vinden. Zo’n 74 procent zegt de Grondwet ‘op hoofdlijnen’ te kennen, 7 procent denkt de Grondwet ‘goed’ te kennen en 19 procent antwoordt de Grondwet ‘helemaal niet’ te kennen.
Volgens Jelle But zijn de Nederlanders tamelijk zelfverzekerd over hun kennis van de Grondwet. De vraag of de respondenten wisten over wat voor soort normen en waarden het de Grondwet gaat – zonder de exacte inhoud te kennen - antwoordt 89 procent deze te kennen. Maar liefst 42 procent echter geeft aan nooit een artikel uit de Grondwet te hebben gelezen …
(06.08.2023)

Bekijk oude afleveringen Uitgelicht

Pas verschenen

demonstratierecht cov1Herman Tjeenk Willink
Het tij tegen

Minister van Staat Herman Tjeenk Willink ziet op tal van plekken in de Nederlandse samenleving de democratie haperen. In het recente verleden heeft hij er al met enige regelmaat over gepubliceerd. Onlangs verscheen een nieuw boek van zijn hand onder de titel Het tij tegen - De democratische rechtsorde als fundament.
NRC schreef erover: ‘In Het tij tegen stroopt de minister van Staat nog één keer de mouwen op om het land de oren te wassen over onze falende liefde voor de democratische rechtsorde.’
In zijn boek noemt Tjeenk Willink de dominantie van het geld als ijkpunt voor beleid en het denken in termen van management als belangrijke oorzaken van het gebrek aan vertrouwen in de politiek en het wegvallen van het draagvlak onder het overheidshandelen. (19.06.2023)

 

Bekijk overzicht pas verschenen boeken

 

 


Knipoog

Sociaal Contract

Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt mag een nieuwe politieke partij zijn, de wortels van het Sociaal Contract zijn eeuwenoud. Rousseau introduceerde het in 1762 in zijn Du contrat social ou principes du droit politique. Hij schreef dat het recht om zijn stem uit te brengen hem de plicht geeft om zich te verdiepen in zaken van algemeen belang, om er bescheiden aan toe te voegen: ‘Hoe gering mijn invloed daarop ook mag zijn’.

De Staatsregeling voor het Bataafsche Volk uit 1798 geldt als de eerste ‘echte’ Nederlandse grondwet en was - uiteraard – geïnspireerd door de ideeën van Rousseau. Meteen al in artikel 2 gaat het over het sociaal contract dat aan de basis ligt van de manier waarop de staat is ingericht:
‘Het Maatschappelijk Verdrag wijzigt, noch beperkt, de natuurlijke regten van den Mensch, dan in zoo verre zulks, ter bereikinge van dat oogmerk, noodzaaklijk is.’
(28.08.23)

Bekijk oude afleveringen Knipoog